Nicaragua
Zaterdag 20 januari 2018 Isla de Ometete 65 km 321 hm
Het is nog te vroeg om een ontbijt te bestellen in mijn hotel. Dat kan pas vanaf 8.00 uur. Ik heb ook niet meer genoeg Colones om een ontbijt mee te betalen. Als ik de straat op loop zie ik dat tegenover het hotel een kleine supermarkt is. Daar koop ik van mijn laatste Colones bananen, jus d'orange en koekjes. Op het terras van het hotel eet ik een paar bananen. Het is geen erg goed hotel, maar het terras is prachtig en met een mega gaaf uitzicht over de Stille Oceaan en de kust. Rond 8.00 uur vertrek ik richting de grens.
Net als gisteren bestaat het landschap uit droog tropisch bos. Dat is een heel verschil met alle super groene landschappen tot nu toe. Het grasland ziet er soms dor geel uit. Op de open stukken staat een stormachtige wind. Na ruim 20 kilometer kom ik bij de grens. Het lijkt wel of ik in een derde wereldland ben aangekomen. Het is chaos voor de grens. Overal staan vrachtauto's en ik moet zoeken waar ik naar toe moet gaan. Na één van de vele rijen met vrachtauto's word ik tegen gehouden door wat geldwisselaars. Ze vertellen me dat ik hier exitkaartje moet kopen en natuurlijk vragen ze meteen of ik geld wil wisselen. Ik vind het niet fijn met al dat volk hier en ik pas goed op mijn spullen. Bij een loket koop ik voor $8,-- een exitkaartje. Op het formulier staat dat het $7,-- kost. Het zal wel de inflatie zijn, denk ik.
Voor ik Costa Rica uit ben spreekt een aardige man uit Colorado me aan. Het fietst zelf ook en woont sinds een paar jaar in Costa Rica samen met zijn vrouw uit Venezuela. Ze helpen me om met de fiets mee de grens over te komen. Dat is wel handig want zo letten er nog een paar extra mensen op mijn fiets met bagage. Ook vertellen ze me dat het bedrag dat ik net betaald heb juist is. Voor ik Costa Rica uit kan, moet ik bij een klein kantoor naar binnen om daar mijn paspoort af te laten stempelen. Mijn fiets moet buiten blijven staan en mijn stuurtas met bijna alle belangrijke spullen neem ik mee naar binnen.
Bij de ingang van het douane gebouw van Nicaragua vragen ze -de man uit Colorado en zijn vrouw- of ik de fiets mee naar binnen moet nemen. Dat blijkt inderdaad de bedoeling te zijn. Dat vind ik fijn want dan blijft mijn fiets steeds bij me. Bij de ingang van het gebouw moet ik $1,-- betalen als een soort gemeentebelasting van de grensplaats. Daarna moet ik in de rij aansluiten om mijn paspoort te laten stempelen. Daarvoor moet ik $12,-- betalen en daarvoor krijg ik een bonnetje waarop $10,-- staat. Daarna moeten mijn tassen door de scanner. De fiets past niet in het apparaat maar daar maakt niemand zich hier druk om. Het lijkt erop dat de douane zich hier helemaal nergens druk om maakt. Net na het douanegebouw staat een pinautomaat. Hier haal ik Cordoba uit de automaat.
Voor ik Nicaragua in fiets bedank ik de man uit Colorado. Al snel na de grens maak ik mijn eerste foto van een ossenwagen. Nicaragua is een veel armer land als Panama en Costa Rica en dat zie ik meteen doordat er nog veel meer gebruik wordt gemaakt van paarden en ossenwagens. Natuurlijk zijn ook alle huizen veel kleiner en armoediger.
Al snel na de grens komt het grote Meer van Nicaragua in zicht. Ondanks de enorme drukte -en chaos- op de grens is het erg rustig op de Interamericana. Er stonden daar vele honderden vrachtauto's te wachten en nu haalt er maar af en toe een vrachtwagen me in. Als ik recht voor uit kijk lijkt het alsof ik door een droog tropisch bos fiets. Maar als ik naar links kijk -tussen de bomen door- zie ik veel grasland met koeien erop en als ik naar rechts kijk zie ik in de verte het Meer van Nicaragua met de 2 vulkanen die samen het eiland Isla de Ometepe vormen.
In de berm loopt een grote roofvogel. Het dier heeft een zwarte kuif, een witte hals, een oranje gezicht met een blauwe snavel. Het is een Noordelijke Kuifcaracara. Het dier vliegt niet weg. Ik kan rustig mijn teleconvertor op mijn camera monteren en foto's maken. Even later is er op een afslag naar het strand een eenvoudig restaurant. Ik fiets eerst naar het 100 meter verderop gelegen strand en maak daar foto's van het meer met de 2 vulkanen van Isla Ometete. Ik wil wat eten. Bij de eettent aan het strand staat de muziek veel te hard, dus fiets ik terug naar het restaurant bij de afslag. Daar kan ik de muziek van de eettent op het strand nog prima horen en rustig een maaltijd bestellen terwijl ik onder de palmbomen zit.
Een uurtje verder fietsen is het in het plaatsje Rivas plotseling druk. Er rijden hier ook veel paard en wagens en fietstaxis. Voor ik de afslag neem naar San Jorge -waar de boten vertrekken naar Isla Ometepe- koop ik bij een tankstation een ijsje en een cola. De weg naar San Jorge heeft aan beide zijden een fietspad. In San Jorge loopt de weg naar een aardig dorpspleintje. Hier staat niet aangegeven hoe je verder moet rijden naar de veerboten. Ik kan dit gelukkig op mijn track zien, maar ik hoor automobilisten de weg vragen aan dorpelingen. Voor ik verder fiets maak ik hier eerst nog enkele foto's van de leuke gekleurde lage huizen langs de weg en de kerk.
Vlak voor het water fiets ik op een grote poort af. De bewaker van de poort vertelt me dat er om 14.30 uur een boot naar Moyogalpa gaat. Hij laat me het terrein op en wijst me aan waar de kaartverkoop is. Bij de kaartverkoop staan 2 wereldfietsers. Het zijn Mike en Rebecca uit Canada. Ik koop een kaartje bij het loket en daarna nog een kaartje bij een ander loket voor de fiets. Tenminste dat neem ik aan. Even later fiets ik achter Mike en Rebecca aan en voor de boot heeft Mike een discussie met de man die het verkeer naar de boot regelt. Het blijkt dat we hier ook een -gelukkig klein- bedrag moeten betalen voor de fietsen. We begrijpen er niets van, maar dit lijkt werkelijk waar te zijn en we betalen.
Als iedereen op de boot is, moeten we allemaal nog even iets verder doorschuiven want er komt nog een kleine vrachtauto bij. Na het veetrek lopen we een trap op om plaats te nemen ergens op het dek. Echter alles blijkt boven al vol te zijn en we komen niet verder dan halverwege de trap. Na een tijdje besluiten we maar weer naar het benedendek te gaan, want om 1,5 uur halverwege de trap te blijven staan is erg onhandig.
Mike en Rebecca zijn 2 echte avonturiers. Ze vertellen me dat ze een boot gekocht hebben om daarmee naar vuurland te varen. De boot bleek niet zeewaardig genoeg daarvoor en is nu in het Caribisch gebied. Als alternatief hebben ze 2 fietsen gekocht en besloten dan maar met de fiets naar Vuurland te gaan. Je kunt ze volgen op zerotocruising.com.
Bij aankomst in Moyogalpa fiets ik achter ze aan naar een hotel. Bij Hospedaje Central informeert Mike naar de prijzen. Een tweepersoons kamer kost $19,-- en een eenpersoons kamer kost $15. Mike vindt dat iets te duur maar hij heeft geen zin om voor een paar dollar verder te gaan zoeken en ik vind het een prima prijs. Mede omdat het hotel er schitterend uit ziet en het restaurant is ook prachtig. Samen met Mike en Rebecca heb ik een gezellige zateravond.
Dinsdag 23 januari 2018 De hoofdstad 60 km 455 hm
Zondag heb ik de rondweg op Isla de Ometepe gefietst. Over de slechte steenslagweg ging het niet erg snel en op het einde van de dag was ik nog niet helemaal rond het eiland gefietst. Gisteren heb ik het laatste -met het beste wegdek- stuk gefietst en de boot terug naar San Jorge genomen. Van San Jorge ben ik meteen door gefietst naar Granada. Granada is een zeer fraaie koloniale stad. Ik heb vannacht geslapen in een kamer aan een binnenhofje van een koloniaal pand. De binnentuin met oude waterput en palmboom is een heeerlijke plek om te zitten. Aan de straatzijde van het hotel is de receptie en daar staan ook enkele tafeltjes voor het ontbijt. Na mijn ontbijt loop ik naar de overzijde van de straat. Ik zie dat de kapper al open is en ik kan ook meteen terecht om geknipt te worden.
Voor ik Granada uit fiets, maak ik eerst nog een rondrit door de stad. Om de hoek van mijn hotel is de Iglesia de La Merced. Een 18e eeuwse kerk met een fraaie voorgevel. Daarna fiets ik door naar Parque Central. Dit vind ik een magische plek. Een heerlijk vierkant park met rondom schitterende gebouwen en een grote kerk. Ook het park zelf is prachtig met fraaie bomen. Achter de kerk loopt de Calle de Calzade naar het Meer van Nicaragua. Hier heb ik gisteren op een terrasje heerlijk buiten gegeten. Bij het meer is niet zo veel te zien, maar vlakbij is wel de prachtige Capilla del Sagrado Corazon waar de ochtendzon mooi op schijnt.
Via de leuke straten van de oude stad fiets ik richting Masaya. De weg loopt langzaam omhoog. Als ik ruim 200 meter geklommen heb bestel ik bij een stalletje langs de weg cake en wat te drinken. Hier lees ik in mijn reisgids dat Masaya misschien best een aardige stad is om doorheen te fietsen. Ik heb een track gemaakt over de hoofdweg die langs de stad op loopt. Ik besluit om af te wijken van mijn track en door de stad te fietsen omdat dat maar een paar kilometer om is.
Masaya is een aardige levendige stad maar ook niet meer dan dat. Ik stop geen enkele keer om foto's te maken. Aan de andere kant van de stad kom ik bij de Malecon. Dit is een klein stukje promenade. Het ligt niet aan het water, maar het lijkt meer alsof het op de kraterrand ligt en in de krater ligt het Laguna de Masaya. Achter het meer ligt de Volcan Masaya. De vulkaan is ruim 600 meter hoog.
Als ik de stad uit fiets gaat de weg weer verder omhoog. Een paar kilometer buiten de stad is de afslag naar de Volcan Masaya. Meteen op de afslag is de ingang van het Parque National Volcan Masaya. Hier betaal ik 100 Cordoba voor een toegangskaartje. Ik mag helaas niet omhoog fietsen naar de kraterrand omdat dit een werkende vulkaan is.
Ze gaan vervoer voor me regelen naar de top. Tien minuten later wil er een taxi met een Spaanse man erin omhoog rijden. Ik vraag of ik mee kan rijden en dat mag voor 100 Cordoba. De Spanjaard heeft vanaf het busstation van Masaya een taxi geregeld tot aan de top. Bij de kraterrand blijkt dat hij geen vervoer heeft geregeld voor de terugreis. Voor 50 Cordoba extra wil de taxichauffeur ons wel weer beneden afzetten. De taxi mag maar 5 minuten boven op de parkeerplaats blijven staan, maar in overleg blijft hij nog wel iets langer op ons wachten. We mogen alleen langs een klein stukje van de kraterrand komen en zijn al snel uit gekeken. Het is een krater en er komt veel rook omhoog. Ook al waait de rook in de goede richting weg, door de rook is er van de werkende vulkaan weinig te zien.
Eenmaal weer op de fiets stijgt de weg verder tot bijna 400 meter hoogte. Het laatse stuk naar Managua is een lange rechte weg die recht op een vulkaan af gaat. Aan het begin van de stad ga ik bij een heerlijk open restaurant zitten om te lunchen. Na de lunch fiets ik de hoofdstad van Nicaragua in. In het begin van de stad kom ik langs de nieuwe kathedraal. Het is een wat vreemde lelijke kerk en ik neem niet de moeite om de kathedraal van dichtbij te gaan bekijken. Bij een verkeersplein zie ik de Spanjaard lopen die net de bus naar de stad heeft genomen.
Nicaragua heeft 2 schitterende oude steden. Dat zijn Leon en Granada. Omdat er steeds burgeroorlog tussen deze twee steden uit brak, heeft men besloten een nieuwe hoofdstad midden tussen de 2 oude steden aan te leggen. Ik vind niet dat het een echte nieuwe stad is geworden. Het is meer een aaneenschakeling van allemaal achterstandswijken. Tussen die wijken liggen verschillende parken met grote hekwerken er om heen. Vlak voor het meer van Managua is de Plaza de Revolucion. Hier lijkt het even op het centrum van de stad. Ook al staat de oude kathedraal door aardbevingsschade op instorten, dit is een aardig plein. Het plein is alleen leeg en om het plein is ook weinig te beleven. Het lijkt alsof dit plein niet gebruikt wordt en het lijkt zeker niet op het middelpunt van een grote stad.
Voor het Meer van Managua moet ik 5 Cordoba betalen voor toegang tot een park dat aan de rand van het meer ligt. Ik fiets een klein stukje langs het meer en loop met de fiets in de hand langs een soort van klein museum met enkele oude gebouwen. Ik weet niet wat het is, maar het lijkt op een soort replica van een oude koloniale nederzetting.
Op een paar kilometer van het meer ga ik op zoek naar een hotel. De wijk waarin diverse hotels staan omschreven in mijn reisgids is net als de hele stad een soort achterstandswijk. Het eerste hotel vind ik helemaal niets. Er naast is een iets beter hotel, maar dat is vol en verder zijn ze het aan het verbouwen. Verderop kom ik weer langs een klein hotel, waar de eigenaar voor de deur zit om klanten binnen te halen. Het is niet duur, maar ook een slecht hotel. Ik heb echter geen zin om verder te zoeken en moet ook nodig naar de wc. Ik blijf dus en daar heb ik al snel spijt van. Hoewel de eigenaar er weinig aan kan doen dat er verderop aan het waterleidingnetwerk wordt gewerkt. Ik moet ruim een uur wachten voor er weer water is. Het internet werkt ook niet. Ik heb de indruk dat de eigenaar me probeert te vertellen dat ook hiervoor verderop werkzaamheden zijn.
s'Avonds loop ik het hotel uit. De eigenaar vertelt me dat ik mijn rugzak op mijn buik moet hangen en goed in de gaten moet houden. Gelukkig is er naast het hotel een prima eettent op straat met goede kip. Ik kan er heerlijk buiten op straat zitten eten. Ik heb ook weinig zin om verder deze gevaarlijke stad in te lopen waar verder toch niets te zien is.
Morgen fiets ik naar Leon en overmorgen naar Honduras. Ik heb in Nicaragua 485 kilometer gefietst en daarbij 2930 hoogtemeters gemaakt. Het was een route met allemaal heuveltjes en zonder echte bergen zoals in Costa Rica waar ik bijna 3 keer zoveel hoogtemeters heb gemaakt per 100 kilometer.
Nicaragua was een leuk kleurrijk land met al zijn fietstaxi's, mannen te paard, paard en wagens en ossenkarren. De hoogtepunten vond ik Isla de Ometepe, Granada en Leon. Het waren 4 dagen -2 dagen voor de rondrit op Isla de Ometepe- met hoogtepunten van de 5 dagen dat ik in het land was.
Ik heb € 43,20 per dag uitgegeven. Dit is inclusief € 13,-- voor de boottocht van en naar Isla de Ometepe en toegangskaartje en taxi naar Volcan Masaya. Ik heb de $15 die ik heb uitgegeven bij de douane -zowel entry als exittax- niet meegerekend. Ik heb 4 nachten in een hotel geslapen en 1 keer mijn tent op gezet bij een hostal. Voor de hotels heb ik gemiddeld € 24,22 betaald en het kamperen heeft € 4,05 gekost. Net als de vorige landen heb ik bijna 50% van de kosten uitgegeven aan de overnachtingen.